top of page

Bij wie hoor jij?

  • valeska349
  • 7 sep 2023
  • 4 minuten om te lezen


In principe wou ik Manu (mijn kat) helemaal niet chippen. ‘’ Hij zal toch niet naar buiten gaan’’, dacht ik en zei ik. Manu is een ras kat: een Maine Coon. Het is een pracht kat, al zeg ik het zelf.

Maar, op een gegeven moment begon Manu te groeien. En te groeien. En te groeien. Tot het punt dat hij thuis niet meer goed zijn energie kwijt kon. Toen hij nog kitten was, was het huis reuze voor hem. Hij rende overal naartoe, sprong overal op, maar dat gaat nu niet meer. Dus, zat er niets anders op dan hem naar buiten te laten. Wat vond ik dat eng! Eerst met een tuigje, tot hij doorkreeg hoe hij dat ding uit kon krijgen. Het ene moment zet ik hem vast en loopt hij rond tot waar het touw het toestaat, het ander moment staar ik tegen een leeg harnas aan… Het deed me denken aan een leeg slakken huis haha, die kom je soms ergens tegen… Magoed, harnas werkte dus niet. Toen besloot ik om tóch maar te chippen. Zo gezegd, zo gedaan. Afspraak gemaakt bij de dierenarts en binnen no time was de chip in de nek van Manu gezet. Ik had ook gelijk een halsbandje besteld met een plaatje waarop zijn naam (David Manuel), mijn telefoonnummer en ‘’ ik ben gechiped’’ op stond.

Met een geruster hart liet ik Manu naar buiten gaan.

Ik ben ook een keer gebeld, wat als volgt ging:

*ring ring*

‘’ Met Tess’’

‘’ Ja, hallo met Peter. Ik bel voor David’’ ( btw, zijn naam word altijd lekker Hollands uitgesproken, Daafit. Hilarisch)


‘’ Met wie?’’

‘’ Peter. Ik bel voor David’’.

‘’ Sorry, ik ken geen David’’.

‘’ Oh, jouw nummer staat erbij’’.

*lightbolb*

‘’ oooohhhh, wacht u belt vanwege mijn kat?!’’

‘’ Ja! Die is in mijn tuin. Mag dat?’’

‘’ Valt hij u lastig, want dan kom ik hem halen?’’

‘’ Nee hoor, nee. Het is zo’n mooie kat dat ik mij afvroeg of hij niet weggelopen is’’.

‘’ Oh, hahah nee, hij mag naar buiten. Wilt u dat ik hem kom halen?’’

‘’ Nee hoor, nee. Hij is leuk aan het spelen met mijn kat’’.

‘’ Oh, gezellig’’.

‘’ Waar woon je?’’.

‘’ 16C’’.

‘’ Oh, dan zijn we buren! Ik woon op 10’’.

‘’ oh, ok’’.

‘’ Als het te laat word, dan kom ik hem wel brengen anders’’.

‘’ Oh, dat is lief. Maar ik kom hem straks wel even ophalen, dankuwel’’.

‘’ Okey!’’

‘’ Doeg’’

‘’ Hoooiii’’.


Ik heb zo gelachen daarna, vooral omdat het gesprek op het toilet plaatsvond… Naja, dat kon hij ook niet weten, maar toch. Kleine detail. Anyway’s, Manu had een chip en een halsband. Ik zou hem nooit kwijtraken. Tot ik hem naar buiten liet, met zijn mooie, roze halsband en toen ik later op de dag hem ging zoeken, had hij geen halsband meer om en zag er naakt uit. Ik schrok, ik dacht ‘’huh?! Waar is je halsband nou?!’’. Lichtelijke stress, want ja, zonder halsband, hoe moest men weten dat hij een chip had en dat ik gebeld kon worden om hem te halen? Dus, de volgende dag ben ik naar de dierenwinkel gegaan en heb, wéér, een halsband laten maken. Iets minder mooi, maar wel even functioneel. Dit keer paste zijn volledige naam er niet op, dus is het ‘Manu’ geworden. Op de achterkant paste alleen mijn telefoonnummer op en geen ‘ik ben gechiped’. Desalniettemin, hij was weer te identificeren.

Ongeveer een maand later word ik gebeld:

*ring ring*

‘’ Met Tess’’

‘’ Hallo, ik bel voor Arjan’’.

‘’ Voor wie?’’

‘’ Arjan’’.

‘’ Sorry, ik ken geen Arjan’’.

‘’ Nee, IK ben Arjan’’.

‘’ Oh ,okey’’

‘’ Ik heb je ketting gevonden’’.

‘’ Wat bedoeld u?’’

‘’ Een ketting’’.

‘’ Een ketting? Ik ben geen ketting kwijt’’.

‘’ Oh. Das vreemd, je nummer staat erop’’.

*Lightbolb*

‘’ Ooh, wacht! Is het een roze met een naam erop?

‘’ Ja, ( gaan we weer haha) Daafit Maanueel’’.

‘’ Ja, klopt! Die is van mijn kat. Die ben ik al een tijd kwijt’’.

‘’ Wij zijn hier aan het schoonmaken en toen kwam ik deez tegen’’.

‘’ Nou wat goed! Waar bent u?’’

‘’ Ehm…Ja…Geen idee, ik loop even de steeg in’’.

‘’ Mijn voordeur zit in een steeg’’.

‘’ Oh, nou loop dan maar naar waar veel herrie gemaakt wordt. Daar zitten wij’’.

‘’ Ok, top. Ik kom eraan’’.

‘’ Joe!’’.


Nou, ik kan je niet vertellen hoe blij ik was met het halsbandje! Ik bedoel, die andere halsband deed zijn werk ook wel, maar dan toch. Deze had meer sentimentele waarde ofzo…

Ik blij naar huis en aan Manu laten zien. Die gaf mij een blik van leuk-voor-je.

Dit allemaal zette mij aan het denken: Het roze halsbandje is Gods identiteit. Hoewel ik hier op de wereld rondloop, is de wereld niet mijn thuis. Mijn identiteit herinnert mij daaraan; ik hoor bij Iemand en heb een eigen thuis. Net als Manu, hoewel hij heerlijk rondloopt in de tuin, de steeg, bij de buren, iedereen weet dat hij een thuis heeft en een persoon bij wie hij hoort. Op het moment dat ik Manu zonder bandje laat rondlopen, kan iedereen hem zomaar meenemen want ja, hij is technisch gezien van niemand. Ik denk dat God dat ook zo bedoelt heeft. Hij geeft ons onze identiteit, zodat niet alleen wij, maar iedereen kan zien dat wij bij Iemand horen en een thuis hebben.

Op het moment dat ons identiteit wordt afgepakt of wij die kwijtraken door dingen die gebeuren, (bijvoorbeeld: je raakt teleurgesteld, depressief, verslaafd, verkeerde vrienden, noem maar op) raken wij ons ‘’ halsbandje’’ kwijt. Zonder ons ‘’ halsbandje’’ (a.k.a. identiteit) zijn wij een lopende schietschijf voor de vijand. Dus, kort samengevat: Halsband (a.k.a. identiteit) geeft bescherming, geen halsband (a.k.a. identiteit) brengt ons in gevaar.

Dus, weet ik dat ik beschermd ben en veilig óf ben ik een wandelende schietschijf en loop ik gevaar?

Ik weet niet wat jij, maar ik loop liever geen gevaar.


 
 

©2023 by TessStory. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page